Hond
Honden zijn zeer populair als huisdier; er leven bijna 2 miljoen honden in Nederland. Behalve als huisdier, worden ze ook regelmatig ingezet om werk te verrichten; zo zijn er bv blindengeleidehonden, politiehonden, speurhonden, jachthonden etc.
Doordat de mens dieren gefokt heeft om voor verschillende doeleinden gebruikt te worden, zijn er zeer veel verschillende rassen ontstaan; er bestaan meer dan 340 hondenrassen! Hondenrassen verschillen o.a. enorm in formaat, vacht, gedrag, levensverwachting etc. De gemiddelde ouderdom die een rashond haalt is 10 jaar. Echter, kleine honden kunnen veel ouder worden en grote honden worden vaak wat minder oud. Kruisingen van rassen of zogenaamde 'bastaarden' worden gemiddeld ook vaak wat ouder dan rashonden. Met name door te veel inteelt kunnen er problemen ontstaan die specifiek bij bepaalde rassen vaker voorkomen; dit is iets waar rekening mee gehouden moet worden bij het uitzoeken van een pup. Honden zijn van nature sociale dieren. Ze stammen af van de wolf, maar zijn al zo'n 15.000 jaar geleden door de mens gedomesticeerd. Honden leven graag in een groep . Hoewel honden in groepen soms wel jagen op kleine knaagdieren en konijnen, zijn ze 'in het wild' vooral aaseters die overblijfselen van dode dieren of afval van mensen eten.
Verzorging van de hond
Een hond heeft beweging en verzorging nodig. De verzorging van de vacht hangt af van de lengte en de samenstelling van de vacht. Langharige honden moeten geregeld geborsteld worden (bv Golden Retrievers), en sommige honden moeten ook regelmatig getrimd worden (bv Cockers). Het is aan te raden om de hond hier al op jonge leeftijd aan te laten wennen. We adviseren om jonge honden ook al jong te laten wennen aan tanden poetsen en nagels knippen, zodat dit op hogere leeftijd geen probleem wordt. Met name bij kleine rassen wordt enorm makkelijk tandsteen gevormd, wat je kunt vermijden door dagelijks de tanden te poetsen. Uiteraard kan dit op hogere leeftijd heel wat ellende voor het dier (en kosten voor de eigenaar) besparen.
Honden hebben veel lichaamsbeweging nodig. Ze houden ervan om regelmatig uitgelaten te worden om hun energie kwijt te kunnen, sociale contacten te hebben met andere honden en om nieuwe indrukken op te doen. De mate van lichaamsbeweging is uiteraard afhankelijk van het ras, de grootte van de hond, het karakter en de leeftijd. Het is belangrijk om jonge pups al op jonge leeftijd bloot te stellen aan allerlei verschillende situaties, om zo te zorgen voor een goede socialisatie. Uiteraard is het belangrijk dat de hond goed beschermd is als hij in contact komt met andere honden of als hij buitenshuis komt. De vaccinaties en ontwormingen die nodig zijn worden in een volgend hoofdstuk besproken.
Voeding
Honden zijn van nature grotendeels vleeseters, maar ze kunnen ook plantaardig voedsel opnemen en verteren. Er zijn tegenwoordig zeer veel verschillende soorten hondenvoeding verkrijgbaar; o.a. blikvoer, droogvoer, vers voer, diepvriesvoer en zelfgemaakte diëten. Welk type voeding u ook kiest, het is zeer belangrijk dat het alle voedingsstoffen bevat die een hond nodig heeft. Voeding die aan de minimale eisen voldoet qua voedingsstoffen, wordt 'volledig' of 'compleet' genoemd. Het is zeer moeilijk om zelf een volledige voeding samen te stellen voor uw hond, doe dit dan ook nooit zonder overleg met een voedingsdeskundige, om tekorten te voorkomen. Helaas zie je de gevolgen van eventuele tekorten vaak pas op de lange termijn, en dan kan er al onherstelbare schade zijn opgetreden. Puppies en seniorhonden hebben andere voedingsbehoeften dan honden van middelbare leeftijd, en ook patiënten met bijvoorbeeld nierfalen of allergieën kunnen speciale dieetbehoeften hebben. Overleg altijd met uw dierenarts voor u de speciale dieetvoeding verandert; er kunnen anders problemen optreden. Er is tegenwoordig een levendige discussie gaande over het voeren van vers vlees tegenover het voeren van droge voeding. Wij willen ons (zeker online) niet mengen in deze discussie; het belangrijkste is volgens ons om naar het dier te kijken. Sommige dieren doen het enorm goed op vers vlees, terwijl andere honden er niet goed tegen kunnen. Ook qua hoeveelheid voeding is het belangrijk om naar het dier zelf te kijken in plaats van naar voedingsvoorschriften op de zak; als de hond te mager is kunt u hem best wat meer geven terwijl te dikke honden misschien wat minder voeding nodig hebben. U kunt voor adviezen uiteraard altijd bij ons terecht. Voeg niet zomaar allerlei (mineralen)supplementen toe aan de voeding van uw hond; te veel calcium kan bijvoorbeeld bij opgroeiende honden nadelige gevolgen hebben voor de botten, en te veel vet is slecht voor honden met alvleesklierproblemen. Pas ook op met sommige zaken die voor mensen geschikt zijn, maar niet voor honden. Pure chocolade is bijvoorbeeld erg giftig voor honden, en ook avocado en druiven zijn niet geschikt.
Opvoeding
Een eerste belangrijke punt bij de opvoeding van een jonge hond, is de socialisatie. Deze duurt ongeveer van 3 weken tot 9 weken leeftijd. Tijdens deze socialisatiefase leert de hond om om te gaan met andere honden, mensen en andere dieren. Door een goede socialisatie kun je gedragsproblemen op latere leeftijd voorkomen. Het is belangrijk dat de pup binnenshuis opgroeit en aan zoveel mogelijk indrukken wordt blootgesteld. Neem de pup mee in de auto, laat hem kinderen ontmoeten, veel met andere honden spelen, etc. Blijf dit regelmatig herhalen zodat de pup leert om zich aan verschillende situaties aan te passen en zo geen angst op te bouwen. Wij adviseren altijd om met pups op cursus te gaan. Enerzijds leren ze hier omgaan met andere jonge honden, en anderzijds krijgt u hier handvatten hoe u de pup het beste op kunt voeden. Wees consequent en duidelijk; de pup is als een klein kind dat opgevoed moet worden. Dit dient met liefde en beleid te gebeuren, net zoals bij een kind. Zonder opvoeding zal de hond niet gelukkig worden, en kan de hond gedragsproblemen gaan ontwikkelen. In zo'n geval krijgt de hond meestal de schuld, terwijl het vaak aan het baasje ligt.
De aanschaf van een nieuwe puppy
Voordat je een puppy koopt, is het zeer belangrijk om je van tevoren (!) in te lezen over de verschillende rassen en over honden in het algemeen. Denk er ook eens over na of het geen optie is om een oudere hond uit het asiel te halen; vaak zijn hier ook heel leuke honden te vinden die graag een tweede kans willen hebben op een leuk leven bij een nieuw baasje. Kies een ras uit dat past bij uw eigen levensstijl; hebt u bijvoorbeeld een druk leven of juist veel tijd om met de hond te gaan wandelen, hebt u kinderen of niet, etc. Het uiterlijk van een hond is van minder groot belang dan het karakter; een Border Collie is waarschijnlijk geen goed idee als u op 3 hoog in een flat woont. Sommige hondenrassen kunnen niet goed met andere diersoorten overweg of hebben erg veel energie en moeten veel lichaamsbeweging hebben of mentaal bezig gehouden worden. Dit zijn allemaal factoren waar u rekening mee moet houden voordat u een hond uitkiest. Als u een bepaald ras op het oog hebt, zoek dan een betrouwbare fokker uit. U kunt altijd bij ons navragen of we goede fokkers kennen. Kies nooit een fokker uit die dieren uit de broodfok aanbiedt; het gaat dan om hondjes uit Oostbloklanden die veel te vroeg van de moeder weggehaald worden, in een vrachtwagen gedumpt worden en urenlang vervoerd worden tot ze hier zijn. Deze pups hebben vaak genetische afwijkingen, gezondheidsproblemen en ontwikkelen op latere leeftijd vaak ook nog gedragsproblemen. De moederdieren worden enkel gebruikt om ze snel mogelijk zo veel mogelijk nestjes te produceren; ze zitten onder erbarmelijke omstandigheden in donkere hokken, worden slecht verzorgd en zijn zielsongelukkig. Door een dergelijke, zielige puppy te kopen wordt de broodfok in stand gehouden, wat uiteraard een zeer slechte zaak is.
Hoe kan men nu een 'broodfokpuppy' herkennen?
Vaak gaat het om verkopers die veel verschillende rassen tegelijk aanbieden; bijvoorbeeld én chihuahua's én boxers én labradors, etc (met name de populaire rassen worden aangeboden want deze leveren veel geld op).
- koop nooit een puppy bij een dierenwinkel; dit mag in Nederland gelukkig niet, maar in België komt het soms nog wel voor dat puppy's bij winkels of op markten verkocht worden.
- bij een goede fokker is altijd de moederhond aanwezig. Als deze niet aanwezig is, is dit zeer verdacht want puppy's zouden tot het afspenen bij de moeder moeten blijven (en ze mogen pas vanaf 8-9 weken weg bij de moeder, koop dus nooit een jongere puppy).
- bij navragen hebben broodfokpuppy's vaak een paspoort dat uit Tsjecho-Slowakije, Roemenië, Hongarije etc komt. Vraag op voorhand naar het paspoort en laat u niet afschepen met praatjes dat het paspoort later opgestuurd wordt!
- vraag bij risicorassen of de ouderdieren getest zijn op genetische afwijkingen (en vraag hier ook bewijs van). Broodfokkers zullen hier totaal geen rekening mee houden; zolang een teef maar veel puppy's 'produceert' maakt het hun niet uit of die puppy's wel gezond blijven op de langere termijn.
- kijk vooraf op internet naar recensies over de fokker waar u de pup gaat halen. Zo kun je vaak al rotte appels herkennen. Doe dit niet achteraf; vaak ziet men de schattige puppy en is men al verkocht en kan men niet meer nuchter nadenken.
Hoe herken je een goede fokker?
Doe navraag bij de dierenarts of die goede fokkers kent, anders kun je altijd bij de rasvereniging informeren. Een goede fokker wil oprecht het juiste baasje voor elke pup vinden. Vaak zijn er wachtrijen voor goede fokkers, en moet je vooraf een vragenlijst invullen. De fokker kan vaak het beste inschatten hoe de puppy zal worden als hij ouder is, en welke mensen er het beste bij zullen passen. Heb dus een beetje geduld als het over de aanschaf van een puppy gaat; het is beter om een paar maanden te moeten wachten, dan levenslang problemen te hebben met uw toekomstige hond. Bij een goede fokker is ook altijd de moederhond aanwezig, en kunt u inschatten hoe zij zich gedraagt. Soms is ook nog de vader aanwezig. Let er op hoe de omgeving er uitziet; is alles proper, zien de dieren er gezond uit? Vraag naar recente ontwormingen en ontvlooiingen. Voor rasdieren zijn vaak bepaalde testen nodig om te kijken of de ouderdieren geen genetische afwijkingen kunnen doorgeven aan de pups. Lees u op voorhand in over de ziekten die bij het specifieke ras horen, en vraag naar de testen bij de fokker. Bijvoorbeeld bij Labradors worden heup- en elleboogdysplasie getest bij de ouderdieren en mag er alleen met goede ouderdieren gefokt worden. Vraag naar de voeding, zodat u de pup thuis dezelfde voeding kunt geven, zeker de eerste dagen. Goede fokkers geven vaak een compleet informatiepakket mee met extra uitleg.
Een hond uit het asiel
Uiteraard verdienen honden uit het asiel altijd een tweede kans! Wij kunnen u van harte aanraden om in plaats van een puppy, een wat oudere hond uit het asiel te adopteren. Vaak zijn deze dieren al wat rustiger, en ze zijn vaak heel dankbaar dat ze een tweede kans krijgen bij een nieuw baasje. Uiteraard geldt ook hier, leer van tevoren de hond kennen en lees je in over het ras als het over een rashond gaat.
Hond vaccinaties
Vaccineren is de laatste decennia een belangrijke manier om ziekten te voorkomen. Door vaccinatie wordt het lichaam als het ware voorbereid op de ziekte, waardoor het onmiddellijk in actie kan komen als het dier besmet wordt met de ziekte. Zo is het lichaam in staat om de ziektekiemen meteen aan te pakken waardoor ziekte voorkomen kan worden of veel minder heftig optreedt. Om te zorgen dat het effect van vaccinatie blijft bestaan, moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden.
Een vaccinatie geldt voor één specifieke ziekte. Er kunnen echter meerdere vaccins gecombineerd worden in 1 spuit. Er bestaat helaas niet voor elke ziekte een vaccin. Sommige vaccinaties zijn voor elke hond belangrijk, anderen zijn alleen onder bepaalde omstandigheden van belang.
Door vaccineren zijn er duizenden hondenlevens gered en zijn de dodelijke ziekten sterk terug gedrongen. Het blijft echter belangrijk om honden te blijven beschermen tegen deze ziekten, want als we zouden stoppen met vaccineren zouden ze zeker weer de kop opsteken.
Tegenwoordig is er een trend dat mensen hun dieren weer minder laten vaccineren, omdat dit ‘chemische troep’ zou zijn. Het is echter belangrijk om te beseffen dat de ziekten waartegen we vaccineren, vaak dodelijk aflopen en er is ook niet voor elke ziekte een behandeling mogelijk; sommige ziekten zijn zelfs voor mensen besmettelijk!
Het is uiteraard niet de bedoeling om te ‘overvaccineren’, daarom worden de verschillende vaccins bij ons in de praktijk afgewisseld.
Hoe werkt vaccineren?
Vaccineren houdt in dat we het dier inspuiten met een klein beetje dode of sterk verzwakte ziekteverwekker. Het lichaam reageert hierop door antistoffen te gaan vormen die de ziekteverwekker aanpakken. Komt het dier nu in contact met de ziekteverwekker dan beginnen de antistoffen de ziekteverwekker direct te doden. Soms duurt het wat langer tot het lichaam in actie komt en wordt het dier toch ziek, maar de ziekte is dan een stuk milder en het dier wordt veel sneller beter dan zonder vaccinatie.
Wat is de 'grote cocktail'?
Er zijn een aantal ziekten waartegen in principe iedere hond beschermd zou moeten worden door vaccinatie, namelijk:
• Hondenziekte (ook wel ziekte van Carrë of Distemper genoemd)
• Leverziekte (hepatitis contagiosum, ook wel HCC genoemd)
• Parvovirose ("parvo")
• Leptospirose (ook wel ziekte van Weil of rattenziekte genoemd)
Deze entingen zitten meestal samen in één vaccin; dit wordt de "grote cocktail" genoemd.
Vaccinatieschema
Honden worden in principe met 9 en 12 weken leeftijd gevaccineerd met de grote cocktail (de puppy-entingen). Deze enting met de grote cocktail wordt herhaald als de hond 1 jaar oud is. Tegenwoordig weten we dat sommige vaccins langer dan een jaar werkzaam zijn; dit geldt voor: hondenziekte, leverziekte en parvo, daarom volstaan het om deze entingen om de drie jaar te geven. Het vaccin tegen leptospirose is echter maar een jaar werkzaam, daarom wordt deze enting ieder jaar gegeven.
Een normaal entingsschema ziet er dus zo uit:
• 9 weken: Lepto 4 + Parvo
• 12 weken: Lepto 4 + DHP
• 1 jaar: Lepto4 + DHP
• 2 jaar: Lepto4
• 3 jaar: Lepto4
• 4 jaar: Lepto4 + DHP
En zo verder...
Sinds begin 2014 is er een nieuw vaccin voor leptospirose op de markt, dat een uitgebreidere bescherming biedt dan het oude vaccin. Er zitten nu namelijk 4 stammen van de ziekteverwekker in het vaccin, terwijl in het oude vaccin slechts 2 stammen zaten. Puppies worden nu automatisch met hete nieuwe vaccin gevaccineerd, maar voor oudere honden moet de enting na 4 weken herhaald worden om volledige bescherming te krijgen.
Welke andere vaccinaties zijn nog belangrijk?
Veel fokkers laten hun pup met 6 weken enten met de "Puppy DP" enting; deze enting beschermt tegen hondenziekte en parvo. Deze vaccinatie is m.n. belangrijk voor puppies waarvan de moeder niet gevaccineerd is, of waarvan niet bekend is of de moeder goed gevaccineerd is.
Hondenziekte
Dit is een virus dat zeer besmettelijk is. Het was in het verleden een zeer gevreesde, dodelijke ziekte die tegenwoordig dankzij de vaccinaties niet meer vaak voorkomt. Het veroorzaakt braken en diarree en het kan ook afwijkingen aan het zenuwstelsel, de huid en de longen veroorzaken.
Leverziekte
Leverziekte veroorzaakt een ontsteking van de lever (hepatitis). De symptomen hiervan zijn o.a. koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het kan bij jongen honden zelfs voor plotselinge sterfte zorgen.
Parvo
Dit virus tast de darmen van de hond aan waardoor de hond erge bloederige diarree krijgt. De hond begint vaak ook erg te braken en hij krijgt koorts. Zonder behandeling loopt de ziekte met name bij puppies vaak dodelijk af. Puppies kunnen zelfs als ze wel behandeld worden toch sterven door uitdroging. Deze ziekte is erg besmettelijk via de ontlasting en is enorm resistent in de omgeving.
We komen deze ziekte nog af en toe tegen in de praktijk bij jonge dieren die (nog) niet goed geënt zijn.
Leptospirose
Deze bacterie wordt voornamelijk via besmet water of urine (bijvoorbeeld van ratten of muizen of andere besmette honden) overgedragen. Ook mest van koeien en varkens of een rattenbeet kunnen de ziekte overbrengen. Deze ziekte is ook besmettelijk voor de mens!
Via de bloedbaan verspreidt de bacterie zich snel, waarna hij zich nestelt in de nieren en de lever. Hierdoor ontstaan o.a. koorts, braken, sloomheid en bloedingen. De hond kan ook gewrichtspijn krijgen en veel gaan drinken en plassen door falen van de nieren. De ziekte loopt vaak dodelijk af, ook omdat het vaak niet meteen duidelijk is dat de hond Leptospirose heeft.
Kennelhoest
Dit is een soort erge verkoudheid die erg besmettelijk is voor andere honden. Vaak ontstaat de ziekte door een aantal ziekteverwekkers die samen het dier ziek maken (virussen en naderhand ook bacteriën). Het treedt vooral op als groepen honden samen zitten bv in een pension of kennel.
Voor hondenshows, de hondenschool of voor pensions is een vaccinatie tegen kennelhoest meestal verplicht. Deze enting wordt meestal als een neusdruppel toegediend, en is een jaar werkzaam. Het is belangrijk om de hond ca. 2 weken voordat hij naar bv. een pension gaat, te laten vaccineren.
Bij erge gevallen kan de verkoudheid overgaan in een longontsteking.
Rabies/hondsdolheid
Dit is een dodelijke ziekte die besmettelijk is voor de mens en een groot aantal andere zoogdieren. De ziekte wordt overgedragen via speeksel, bv door een beet van een besmette hond, vleermuis of vos. Het tast de hersenen aan en zorgt voor angst en agressie.
Bij honden loopt de ziekte altijd dodelijk af en ook bij mensen kan de ziekte dodelijk zijn als er niet op tijd wordt ingegrepen.
Het is verplicht om de hond (en ook katten) in te enten tegen hondsdolheid zodra u een grens overgaat. Ook als een dier wordt geïmporteerd uit het buitenland moet het ingeënt zijn. De enting is drie jaar geldig.
Ziekte van Lyme
Deze bacterie wordt overgedragen door tekenbeten. In Nederland is ongeveer 20% van de teken besmet met Lyme. Symptomen die we vaak zien zijn kreupelheid (door ontstoken gewrichten), koorts en sloomheid. Lyme is ook besmettelijk voor mensen.
Leishmania
Deze ziekte wordt overgedragen door zandvliegjes die rond de Middellandse Zee voorkomen. Deze vaccinatie is dus vooral belangrijk als u met uw hond op vakantie gaat naar het zuiden van Europa. Niet alle honden worden ziek; ze kunnen ook ongemerkt drager zijn. Pas op, deze ziekte is besmettelijk voor mensen!
Symptomen zijn o.a. lusteloosheid, gewrichtsklachten, vermageren, koorts, huidproblemen, bloedarmoede etc.
Titerbepaling bij een hond
Zoals u al hebt kunnen lezen, is het zeer belangrijk om honden door middel van vaccinaties te beschermen tegen een aantal (potentieel) dodelijke ziekten.
Wat is titeren
Sinds een aantal jaar is er een beweging op gang gekomen dat mensen hun dieren (en hun kinderen) steeds minder willen laten vaccineren. Het zou gaan om 'chemische troep' die je zomaar in een gezond dier inspuit, en waar mogelijk nadelige effecten van zouden kunnen optreden.
Het is natuurlijk zeker niet goed en onnodig om dieren te vaak te vaccineren. Om deze reden wordt de grote cocktail de laatste jaren bij de meeste klinieken sowieso al om de drie jaar gegeven. Sommige dieren kunnen inderdaad slecht reageren op de vaccinaties; sommige dieren zijn erg sloom na de vaccinatie, een enkele keer zien we wel eens een allergische reactie, en dieren met bijvoorbeeld epilepsie zouden slecht op de vaccinatie kunnen reageren.
We willen echter nog eens met klem benadrukken dat de voordelen van vaccineren ruimschoots opwegen tegen de eventuele bijwerkingen (waarvan er heel veel absoluut niet bewezen zijn; zeker de nieuwe leptospirose vaccinatie wordt vaak ten onrechte onder vuur genomen). Dankzij vaccineren zijn er veel minder slachtoffers van deze vervelende ziekten, en eerlijk gezegd zien we hier maar heel zelden vervelende bijwerkingen; zeker dodelijke slachtoffers of andere extreme dingen die je op internet wel eens leest, hebben wij hier nog nooit gezien.
Voor dieren die toch al eens een entreactie hebben vertoond (bijvoorbeeld erge sloomheid of een allergische reactie) en voor dieren van mensen die sceptisch zijn ten opzichte van vaccineren, is er nu een oplossing in de vorm van 'titeren'.
Bij titeren wordt er, door middel van een druppel bloed die van het dier wordt afgenomen, bepaald of het dier voldoende antistoffen heeft ontwikkeld tegen de ziekten waartegen het gevaccineerd werd.
Indien er voldoende antistoffen aanwezig zijn in het bloed, hoeft het dier dat jaar (en soms zelfs 3 jaar) dan niet de grote cocktail te krijgen.
Het titeren kan ook gebruikt worden om het ideale moment te bepalen om puppies te vaccineren. Je kunt door regelmatig bloed te nemen testen wanneer de antistoffen uit de moedermelk zo ver gezakt zijn in het bloed dat de vaccinatie optimaal zijn werk kan doen. Het dier wordt gevaccineerd op het moment dat de antistoffen verdwenen zijn en 3 weken na de vaccinatie wordt door titeren getest of het vaccin goed is aangeslagen.
Helaas is het niet mogelijk om titers te bepalen voor leptospirose en kennelhoest. Deze vaccinaties moeten dus na een jaar sowieso herhaald worden (kennelhoest is hierbij optioneel; als het dier bijvoorbeeld niet meer naar de hondenschool of het pension hoeft, hoeft de vaccinatie niet meer herhaald worden).
Is het goedkoper om te titeren en zo vaccinaties uit te stellen?
Hier kunnen we heel duidelijk over zijn: Nee.
Titeren wordt niet gedaan om kosten te besparen, maar om te zorgen dat het dier niet te vaak gevaccineerd hoeft te worden. Je betaalt wat meer voor de titerbepaling dan dat een vaccinatie kost, en als je 'pech' hebt, moet het dier alsnog gevaccineerd worden.
Uiteraard wordt het dier volledig en grondig nagekeken tijdens de titerbepaling.
Hond castratie en sterilisatie
Castratie is het wegnemen van de teelballen bij het mannelijke dier, en het wegnemen van de eierstokken bij het vrouwelijke dier. Dus eigenlijk is het zogenaamde "steriliseren" van vrouwelijke dieren ook gewoon een castratie! Maar omdat iedereen gewend is om het woord castratie bij mannelijke dieren te gebruiken, en sterilisatie voor vrouwelijke dieren, houden ook wij die woorden maar gewoon aan.
Door castreren wordt het dier onvruchtbaar; teefjes kunnen geen pups meer krijgen en worden ook niet meer loops, en reuen vertonen minder tot geen seksueel gedrag.
Waarom castreren en steriliseren?
Bij honden is gezondheid de voornaamste reden om te steriliseren/ castreren. Als u niet wilt fokken met uw teefje, dan is het bij de meeste rassen voor de gezondheid het best om haar tijdig te laten steriliseren. Studies hebben uitgewezen dat het ideale moment voor sterilisatie afhangt van het ras; voor sommige rassen is het aan te raden om vóór de eerste loopsheid te steriliseren, voor andere rassen is het weer beter om te wachten tot na de eerste of soms zelfs tweede loopsheid.
We zien helaas veel ongesteriliseerde teefjes die op latere leeftijd baarmoederontsteking en/ of borstkanker krijgen. Teefjes die de prikpil krijgen hebben een dubbel zo grote kans op het krijgen van deze ziektes! Met iedere loopsheid die het dier doormaakt (2 keer per jaar) neemt het risico toe op ziekte. Niet gesteriliseerde teefjes hebben zo'n 25 procent kans op het ontwikkelen van melkklierkanker en/ of baarmoederontsteking; teefjes die voor de eerste loopsheid gesteriliseerd zijn hebben een kans van minder dan 1 procent op het ontwikkelen van deze ziektes.
Er zitten ook nadelen aan het steriliseren van teven. Zo kunnen ze wat dominanter worden (de vrouwelijke hormonen worden immers weggehaald), de vacht kan wat stugger worden en ze hebben meer kans op incontinentie op latere leeftijd. Dit druppelen van urine kan trouwens simpel verholpen worden met medicatie.
Bij reuen is er geen noodzaak voor castratie. Toch wordt het vaak gedaan, omdat er bijvoorbeeld een teef dicht in de buurt is, de hond steeds wegloopt, agressief is, of te pas en te onpas op voorwerpen (of benen van bezoek..) besluit te rijden. Een enkele keer wordt een reu gecastreerd omdat er een tumor zit in de teelballen, of omdat de prostaat ontstoken raakt door testosteron (dit wordt in de teelballen geproduceerd). Ook teelballen die niet goed zijn ingedaald worden beter verwijderd. De temperatuur in de buik of lies is te hoog voor teelballen; hierdoor kunnen ze ontaarden in kankergezwellen.
Op welke leeftijd castreren en steriliseren?
Aangezien het ideale moment van sterilisatie afhangt van het ras en de grootte van de hond, is hier geen pasklaar antwoord op te geven. Het is het beste om dit met uw dierenarts te overleggen om zo het beste moment om te steriliseren te bepalen.
Bij reuen geldt er ook geen ideale leeftijd om te castreren, aangezien castratie enkel aangeraden wordt bij problemen, ook hiervoor kunt u best met uw dierenarts overleggen.
Bij reuen is er ook de mogelijkheid om onderhuids een implantaat te laten aanbrengen (Suprelorin). Dit implantaat scheidt gedurende 6 of 12 maanden hormonen af die de reu onvruchtbaar maken. De reu gedraagt zich als een gecastreerde reu; gedragsproblemen kunnen afnemen, de testikels krimpen en ook de typische veranderingen die na castratie optreden treden op (vachtveranderingen, gewichtstoename etc). Afhankelijk van de wens van de eigenaar kan er gekozen worden voor een implantaat dat 6 of 12 maanden werkt. Helaas zijn deze implantaten vrij kostbaar, waardoor op langere termijn meestal voor een ‘echte’ castratie gekozen wordt. De suprelorin implantaten zijn vooral ideaal om het effect van een castratie op de reu te voorspellen of bij oude dieren die we liever niet meer onder narcose willen brengen.
Hond ontwormen
Onze huisdieren hebben last van verschillende soorten wormen. Het meest voorkomend in Nederland en Belgie zijn spoelwormen en lintwormen. Dieren die mee zijn genomen naar, of uit Zuid Europese landen, kunnen hartworm aan dit lijstje toevoegen.
Volwassen honden met een lint- en spoelwormen infectie hebben hier meestal weinig last van. Bij een flinke lintworm infectie kan het opvallen dat de dieren veel eten en toch niet verdikken. Jonge pups kunnen echter wel veel last hebben van wormen; ze groeien niet goed, zijn mager maar hebben wel een opgezet buikje. Ze krijgen er maagdarm klachten van zoals braken, diarree, krampen en bovendien een groeiachterstand.
Hoe krijgt mijn dier wormen?
Spoelworm infecties worden opgelopen door het in contact komen met ontlasting, of het opeten van een besmet knaagdier. Pups kunnen zelfs al in de baarmoeder besmet worden (de larven komen met het bloed door de placenta naar binnen), of na de geboorte door het drinken van moedermelk.
Lintworm kan uw hond oplopen door het opeten van vlooien, wat regelmatig gebeurt bij een dier wat zich bijt en wast. Ook het opeten van prooidieren kan een infectie met lintworm als gevolg hebben. Een voor de mens gevaarlijke lintworm, namelijk de vossenlintworm, kan ook verspreidt worden door de hond. De hond krijgt deze specifieke soort niet door vlooien, maar door het opeten van een besmet knaagdier.
Waarom ontwormen?
Ontwormen is niet alleen beter voor uw huisdier, maar ook voor de mensen. Wij kunnen namelijk, via ons of iemand anders huisdier, ook besmet raken met wormen.
Bij honden is de spoelworm Toxocara canis het vaakst overgedragen op mensen. De eitjes krijgen we binnen door contact met hondenpoep, door bijvoorbeeld in de tuin te werken of op onhygienische wijze de ontlasting op te ruimen. Ook kinderen die in zandbakken spelen (en tussendoor de vingertjes in de mond steken, wat niet altijd te voorkomen is), krijgen op die manier een besmetting. Eitjes kunnen ook aan de vacht van de hond gekleefd zijn, zodat zelfs simpel aaien een bron van besmetting kan zijn.
Als de eitjes eenmaal zijn opgegeten, dan komen de eitjes uit in onze darmen. De larfjes trekken vervolgens via de bloedbaan door heel het lijf en veroorzaken, waar ze vastlopen, overal kleine ontstekingen. Een enkele keer heeft iemand de pech dat er een larfje in het oog vastloopt, wat in het uiterste geval blindheid veroorzaakt.
De vossenlintworm (Echinococcus multilocularis) komt gelukkig niet veel in Nederland voor, maar in de Belgische Ardennen is wel 33% van de vossen besmet. Voorzichtigheid is dus geboden hier in het grensgebied. De mens kan besmet raken door het binnenkrijgen van eitjes uit de ontlasting van een vos (denk aan in het wild geplukte bramen!) of van uw hond of kat. Zo'n eitje groeit in ons lichaam uit tot een blaasworm, die meestal in de lever zit, maar ook in bijvoorbeeld de hersenen kan ontstaan. De blaasworm vormt dus een met vocht gevulde blaas, die niet stopt met groeien. Aangezien de groei maar heel langzaam gaat, kan het wel 5 tot 10 jaar na besmetting duren voordat men last krijgt. Een goed ontwormd huisdier kan deze eitjes niet verspreiden. Om besmetting op andere manieren te voorkomen wast u best uw handen na in de grond te hebben gewerkt, reinig wild geplukt fruit grondig en raak nooit een vos aan zonder handschoenen.
Hoe vaak ontwormen?
Voor uw gezondheid en voor de gezondheid van uw hond, wordt er aangeraden om vier keer per jaar te ontwormen. Gaat uw dier mee op vakantie naar midden of zuid Europa, dan is extra ontwormen aangeraden. Het door ons aangeraden ontwormingsschema is als volgt; Vrouwelijke fokdieren vlak voor de dekking goed ontwormen. Moeders net na de bevalling ontwormen; de pups ontwormen op de leeftijd van 2, 4 , 6 en 8 weken. Na 2 maanden iedere maand ontwormen tot de puppy 6 maanden oud is, en daarna 4 keer per jaar. Volwassen honden en katten worden best 4 keer per jaar ontwormd. Als uw dier jaagt, ontlasting opeet, of op drukbezochte uitlaatplaatsen komt, dan is vaker dan 4 keer per jaar aangeraden. Gezinnen met kinderen en huisdieren zouden ook best 4 keer per jaar of vaker aanhouden. Dieren die vaak besmet worden mogen zelfs iedere 2 maanden ontwormd worden.
Welk wormmiddel moet ik gebruiken?
Er zijn vele soorten ontworming te verkrijgen, maar ze werken niet allemaal even goed of tegen dezelfde wormsoorten.
Voor lintworm bestrijding heeft u Praziquantel nodig, dit zit in lang niet alle ontwormingstabletten! Wij gebruiken hiervoor Milbactor, daar zit deze stof in.
Er bestaan nog een aantal andere ontwormingsmiddelen en combinaties van ontwormingen met ontvlooiingen. Voor advies kunt u het beste met ons overleggen welk middel het beste geschikt is voor uw hond.